56 3 Februari 1900. „van de aarde als een der geleiders voor de telefoonstroomen „gebruik gemaakteen nabij de tram gemaakte aardverbin- „ding van de telefoon ontvangt ook stroom van de tram. Ver anderingen in den stroom van de tramleiding roepen veran derlijke stroomen in de telefoonleidingen te voorschijn en „maken zich in de telefoon bemerkbaar door een geruisch bij „het spreken. „Behalve door dezen eigenlijken stroomovergang worden „ook storingen in de telefoon veroorzaakt door inductie. Deze „kan zich vooral doen gevoelen, wanneer telefoondraden van „een net, waarbij de aarde als geleider gebruikt wordt, over „groote afstanden evenwijdig loopen met den Trolley-draad. „Deze inductie uit zich in de telefoon op dezelfde wijze als „stroomovergang. „Bij telefoonnetten met dubbele draden, waarbij alzoo van „de aarde, als stroomgeleider, geen gebruik wordt gemaakt, „vervallen de bovengenoemde bezwaren. Het Bredasche tele foonnet wordt thans met dubbele draden gereconstrueerd, „als gevolg van de voorschriften, het vorige jaar, bij de ver- „lenging der concessie, gegeven. 3°. „De electrolytische werking van den stroom op gas- en waterleidingen „Onder sub 2° is reeds sprake, dat een gedeelte van den „stroom, die eigenlijk door de rails moest gaan, zijn weg kiest „door den bodem of langs gas- en waterleidingen. „Het geval kan zich voordoen, dat op een gegeven punt „een deel van den stroom van de rails op de gas- en waterlei ding overgaat en op een ander punt weder verlaat om naar „de machine terug te keeren. Op het laatste punt doet zich „de zoogenaamde electrolytische werking voor, vooral wan- „neer de grond op die plaats vochtig is. Zij kan tengevolge „hebben, dat het metaal der leiding verteert en lekkages ont staan. „Bij den aanleg der eerste electrische tramlijnen in Ame rika was dit verschijnsel geheel onbekend. Eerst in de laatste „jaren heeft het zich hij sommige dier lijnen voorgedaan, voor- ,,al wanneer de aanleg gebrekkig was geweest. Sinds het ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 56