68 24 Februari 1900. Alsnu stelt de voorzitter aan de orde A. 1. Beëediging en installatie van liet nieuwbenoemde raadslid, den beer L. A. M. van Mierlo. De voorzitter verzoekt den secretaris den lieer Van Mierlo, die beëedigd moet worden, binnen te leiden. Hieraan voldaan zijnde, worden door genoemden lieer ach tereenvolgens in handen van den voorzitter afgelegd de eed van zuivering en de eed van trouw, voorgeschreven bij art. 39 der gemeentewet. De voorzitter wenscht den heer Van Mierlo geluk met zijne benoeming tot lid van den raad. Met vreugde is deze keuze door het dagelijksch bestuur begroet, omdat dit college in den heer Van Mierlo den persoon meent te mogen zien, die zal trachten op waardige wijze de voetstappen te drukken van zijn geachten grootvader, die zoovele jaren wet houder was van Breda's gemeentebestuur, alsmede van zijn vader, op wiens adviezen steeds zoo hooge prijs werd gesteld en die zich voor de gemeente zeer verdienstelijk heeft ge maakt. Spreker houdt er zich dan ook van overtuigd, dat de heer Van Mierlo gaarne zal willen medewerken tot bevor dering van den bloei en de welvaart zijner geboorteplaats. Hierop neemt de benoemde zitting. Ingekomen stukken. 2. Brieven van de gedeputeerde staten in Noord-Brabant, als a. in dato 1 Februari 1900, G, n°. 1, geleidende een af schrift van het koninklijk besluit van 17 Januari j.l. n°. 23, houdende goedkeuring van de verordening tot heffing van schoolgeld aan de ambachtsschool b. in dato 8 Februari 1900, G, n° 14, geleidende een af schrift van het koninklijk besluit van 24 Januari j.l.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 68