74 24 Februari 1900. lieer der gemeentewerken op het adres van mej. C. Elich, verzoekende verbouwing van de woning, bij haar in huur van de gemeente, luidende als volgt „De commissie van bijstand in het beheer der gemeente werken, in wier handen werd gesteld, ter fine van prae- „advies, bij uw besluit van den 3. Februari 1900, het adres ,,van mej. C. Elich, verzoekende verbouwing der woning, „welke zij van de gemeente in huur heeft, en zulks in ver- „band met de betrekkelijk die verbouwing bereids aan uwe „vergadering overgelegde plannen, heeft de eer U te be lichten het volgende „Het gevoelen der commissie is dat eenig gemeentebelang „aan de gevraagde verbouwing niet verbonden is. Adressante „is bereid f 110,per jaar meer huur te betalen gedurende „10 jaren, maar daar de verbouwingskosten f 1400, „zullen bedragen, worden die kosten in gemeld tijdsverloop, „in aanmerking genomen dat ook interest van het kapitaal „moet betaald worden, niet door de meerdere huur geamor tiseerd, terwijl het te voorzien is dat bij het verlaten der „woning door mej. Elich, na expiratie van den huurtermijn, „niet meer de door haar aangeboden liuursom van f 230, „zal kunnen verkregen worden. „Zou de raad evenwel besluiten de verbouwing te doen tot „stand brengen, dan wenscht de commissie U in overweging „te geven noch plan A, noch plan B, maar het hierbijge- „voegde plan C te volgen. Wel zullen de kosten in dit geval „iets hooger zijn dan zij naar plan B zijn geraamd, maar een „toestand zal gevestigd worden, die, naar het oordeel der „commissie, als het meest doelmatig kan worden aangemerkt. „De ontvangen stukken keeren hierbij terug." De voorzitter stelt deze zaak aan de orde. De heer Reigersman wijst erop, dat bij de stukken niet is overgelegd de begrooting van plan C. Spreker wenschte daarmede gaarne in kennis te worden gesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 74