24 Maart 1900. 87 school), metf 82,69 en tot verhooging van hoofdstuk VI, afdeeling I/', art. 1 der uitgaven (kosten der ambachtsschool), eveneens metf 82,69. Zonder bedenking worden bedoelde ontwerp besluiten goedgekeurd. 9. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, daarbij, met overlegging van het bericht van het hoofd der school en van het advies van den arrondissements-schoolop- ziener, ter benoeming eener onderwijzeres in het handteeke- nen aan de openbare meisjesschool alhier voordragende 1°. mejuffrouw Th. W. van Schermbeek, 2°. mejuffrouw J. Perié, 3°. mejuffrouw W. C. Hartog. De voorzitter verzoekt den heeren Scheltus en Van Hal als stemopnemers te willen fungeeren. De heer Witsenborg vraagt, of de benoemde eventueel overeenkomstig de bestaande voorschriften in Breda zal moeten komen wonen. De voorzitter antwoordt hierop, dat in bijzondere gevallen van dat voorschrift kan worden afgeweken. Waar bovendien de bezoldiging van de te benoemen onderwijzeres zoo laag is, dat daarvan toch geen hoofdelijke omslag kan worden geheven, zou hierin cene reden te meer gevonden kunnen worden, om, zoo noodig, de ontheffing te verleenen. Alsnu wordt overgegaan tot stemming. Er worden ingeleverd 19 stembriefjes, welke alle blijken den naam te bevatten van mejuffrouw Van Schermbeek. Zoodat mejuffrouw Th. W. van Schermbeek is De- noemd tot onderwijzeres in het handteekenen aan de openbare meisjesschool alhier, op de aan die be trekking verbonden jaarwedde van twee honderd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 87