13 Januari 1900.
9
9. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d.
4 Januari 1900, no. 23, daarbij, ter voorziening in de vacaturen
van leden der commissie van toezicht op het lager onderwijs,
bij periodieke aftreding op ultimo Februari aanstaande van
de lieeren E. H. A. Gulj en A. J. A. Verschraage, aanbe
velende de volgende tweetallen
10. a. den heer E. H. A. Guljè, aftredend lid,
b. den heer mr. W. IngenHousz.
2o. a. den heer A. J. A. Verschraage, aftredend lid,
b. den heer W. J. H. Verheggen.
Wordt overgegaan tot stemming.
Achtereenvolgens worden uitgebracht op de heeren GuljÉ
en Verschraage ieder 14 en op de heeren IngenHousz en
Verheggen ieder 1 stemmen.
Zoodat de heeren E. H. A. Guljé en A. J. A.
Verschraage voornoemd opnieuw benoemd zijn tot
leden der commissie van toezicht op het lager onder
wijs alhier en zulks voor den gewonen tijd vail zit
ting.
De voorzitter dankt heeren stemopnemers voor het
door hen als zoodanig verrichte.
10. Adres van J. W. Kijm, portier te Breda, d.d. 20 De
cember 1899, daarbij vrijstelling verzoekende van de verplich
ting tot het betalen van vergoeding voor diensten, door den
dienst der gemeente -reiniging bewezen.
De voorzitter zegt, dat dit adres wel zou kunnen ver
zonden worden naar burgemeester en wethouders of naar de
commissie van beheer der gemeente-reiniging om prae-advies,
doch dat de bepalingen der verordening van dien aard zijn,
dat eene afwijzende beschikking onvermijdelijk is, weshalve