20 April 1901.
103
te worden, afgescheiden van de bezwaren, die door GinneJcen
in het midden zouden kunnen worden gebracht.
Wanneer men nu in aanmerking neemt, dat elke vermeer
dering van communicatiemiddelen in het belang is der ge
meente, dan kan dezerzijds tegen de gevraagde vergunning
geen bezwaar bestaan.
Spreker meent, dat de raad zich wachten moet om onwil
lens te reageoren tegen het eenmaal genomen besluit en zou
derhalve in overweging willen geven, aan den concessionaris
le vergunnen de bin reeds thans gedeeltelijk m exploitatie te
brengen tot aan het Van Ccothplein, behoudens de medewer
king, welke eventueel van andere zijde nog moet verkregen
worden
De hoor Van Mierlo is het geheel eens met de heide vori
ge sprekers en ziet de noodzakelijkheid niet in, om eerst de
beslissing vsyn Ginnehen af te wachten.
De heer Heijlaerts kan zich eveneens met het voorstel ver
eenigen en zou gaarne zien, dat de geheele lijn spoedig in ex
ploitatie weid gebracht. Voor het geheele westerkwartièr is
die lijn van groot belang, omdat de bewoners van dit stadsge
deelte dan gemakkelijk het station zullen kunnen bereiken.
Nadat nog eenige gedachtenwisseling over dit onderwerp
heeft plaats gehad, wordt het voorstel van burgemeester en
wethouders, aangevuld in overeenstemming met de bedoeling
van den hoer Van Dam, in stemmiing gebracht en aangenomen
met 18 tegen 1 stemmen.
Vóór stemden de hecren Sassen, Lljdsman, Van Dongen,
Reigersman, Teychiné, IngenHousz, Rombouts, Van IIal,
Heijlaerts, Vissers, Van Dam, Slechtriem, Van Mierlo,
Staal, Rees, Bloemarts, Verschkaage en de voorzitter.
Tegen was de heer Sciieltus.
22- Adres van industrieelen, handelaren en verdere belang
hebbenden bij de totstandkoming va,n het ontworpen scheep-
vaaitkanaal van de Zuid-Willemsvaart naar den Amer, met