20 April 1901.
107
vorderen, wanneer de scheepvaart er niet door lijdt, dan be
staat er, naar sprekers meaning, geen bezwaar om de vijfde
voorwaarde te laten vallen.
De heer Staal wijst erop, dat dei meeste schepen voor deze
gemeente langs Zevenbergen komen.
De heer Sassen is het eens met de heeren Van Dam en
Rombouts. waar deze er op gewezen hebben, dat elke verbeten
ring van don waterweg in het belang is der gemeente, en bei-
schouwt de 5de voorwaarde voor de gemeente geheel waarden
loos, omdat zij, volgens verzekering van deskundigen, onuit
voerbaar is. Spreker voorziet, dat het kanaal veel zal bijdragen
tot bevordering van dei handelsbelangen in, deze gemeente ern
hoopt, dat ten aanzien der quaestiei van waterverversching nog
wel een middel zal kunnen gevonden worden, om deze tot op
lossing te brengen.
De heer Van Hal releveert met een enkel woord de geschie
denis dezer zaak, welke reeds zoovele jaren hangende is en
brengt hulde aaln de kamer van koophandel en fabrieken al
hier, dio haar deed herleven.
Spreker betoogt, dat hij steeds behoord heieft tot de voor
standers van de vijfde voorwaarde, waarvan het vaderschap
toekomt aan den burgemeester, den heer Guljé.
Thans is de zaak haar laatste stadium ingetreden en reeds
zoover gevorderd, dat de plannen het kabinet der Koningin
hebben bereikt. Spreker gelooft niet, dat de gemeente, door
het loslaten der vijfde voorwaarde, in een slechten toestand
zal geraken, want de toestand omtrent het inzetten van water
vanwege het heemraadschap van Mark en Dintel blijft be
staan- In het belang der industrie mag Breda wel dit offer
brengen.
De heer Teychiné wijst erop, dat omtrent den watertoe-
stand geoa bezwaar moer zal bestaan, wanneer, zooals in
de commissievergadering besproken is, eene schutsluis ge
maakt wordt in de Mark nabij hot kanaal.