110 20 April 1901. »Wij geven U daarom in overweging tot de uitvoering van „bedoelde bestrating tei besluiten en in verband daarmede, „te zijner tijd, de gemeentebegrooting voor het dienstjaar „1901 te wijzigen". Da voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voor stel kan vereenigen. Du heer Sassen vraagt, of het in de bedoeling ligt, in de toekomst den geheelen weg met Waal-klinkers te bestraten, waarop de voorzitter ontkennend antwoordt. Zonder bedenking wordt alsnu het voorstel va,n burgemeester en wethouders goedgekeurd. 25. Prae-advies van burgemeester en wethouders alhier op het adres van M. C. van dek Heiden, keurmeester van visch in doze gemeentel, om verhooging van jaarwedde, en waarin wordt voorgesteld, in afwachting vain nadere regelingen en in verband met verzoeker's meer dan 26-jarigen diensttijd, hem over het jaar 1900 toe te kennen eene gratificatie van f 25, Dienovereenkomstig wordt besloten. 26- Rapport van burgemeester ein wethouders in zake de interpellatie van den heer Vissers over de onderhandsche aan besteding van kachels, luidende als volgt „In da vergadering van den raad. der gemeente Breda, van „23 Maart j.l., werd door het raadslid Vissers, bij interpella tie, er op gewezen dat hij eene onderhandsche aanbesteding „van kachels, ten behoeve van de gemeente, niet alle kachel- „smedein hier ter plaatse zijn uitgenoodigd mede te dingen, „terwijl er toch, volgens interpellant, onder de niet-uitgenoo'- „digden bekwame vakmannein zijn. Interpellant verzocht „te mogen weten waarom die aanbesteding niet in het open- „baar heeft plaats gehad. „De voorzitter van dein raad deed. daarop aan inter- „pollant de toezegging, dat hij diens vraag in de eerstvolgende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 110