112
20 April 1901.
„evenwel de mogelijkheid niet is uitgesloten dat er ook mede
dinging van buiten de gemeente zal zijn".
De heer Vissers meent, naar aanleiding van hetgeen in het
rapport is vermeld omtrent de vrees voor niet tijdige opleve
ring, te moeten doen opmerken, dat hem door den lieer Van
Pelt, dia niet uitgenoodigd is, de verzekering is gegeven, dat
deze, bij eventueele opdracL.,, wel in staat zou zijn geweest de
kachels op tijd af to leveren. Ook de hoeren Jonkers en De
Rouw, die eveneens van mededinging waren buitengesloten,
kunnen wel geacht worden in staat te zijn, de kachels behoor
lijk en op tijd gereed te maken.
Spreker geeft dan ook in overweging om alles, wat maar
eenigszins voor aanbesteding vatbaar is, voortaan in het opcii-
Daar aan te besteden en in zooverre verheugt hem de mefe-
deeling, aan het slot van het rapport gedaan, dat burgemees
ter ein wethouders deze zienswijze deel en-
Ver der wijst spreker erop, dat in het rapport wel is ver
meld de prijs, waarvoor het benoodigde ijzerwerk is
aangenomen, ma,ar niet het bedrag, waarvoor de kachels zijn
aanbesteed. Gaarne zou spreker dat bedrag alsnog willen
kennen.
De voorzitter antwoordt hierop, dat in dergelijke ge
vallen de mogelijkheid bestaat, dat ook personen buiten de
gemeente aan. de aanbesteding zullen deelnemen. Wat den
prijs der kachels aangaat, hieromtrent kan spreker thans gee-
ne juiste opgave doen, doch, naar hij meent, zijn deze aange
nomen voor f 34,per stuk.
Da heer Verschraage vraagt,, of het niet mogelijk is, om
bij soortgelijke aanbestedingen personen, buiten de gemeen
te woonachtig, van deelneming uit te sluiten. Spreker meent,
dat daartoe wel een middel zou te vinden zijn.
De heer Scheltus zegt, dat dienaangaande bepalingen in de
voorwaarden van aanbesteding kunnen wordepi opgenomen,
De heer Lijdshan acht het evenzeer wenschelijk dergelijke