116 4 Mei 1901. voorstellen zijn opgenomen in de raadsnotulen van 13 en 27 October 1900 en 23 Maart 190'jl. Da heer Rombouts zegt, dat hij in 't algemeen een voor stander is van aftrek van het onzuiver inkomen, doch dat, bij nadere beschouwing, het hem niet wenschelijk voorkomt daar op bij deze heffing in te gaan, omdat men, bij consequente doorvoering, niet zou weten, waar men moest eindigen. Het gevolg van al die aftrekken zal zijn verhooging van de per centage, hetgeen strekt ten nadeel© van hen, die niets af te trekken hebben, terwijl de belastingschuldige, die wel aftrek heeft, er financieel niet door gebaat wordt. Nu eenmaal bij de wet het Beinthamsche stelsel is inge voerd, voorschrijvende een aftrek voor noodzakelijk levenson derhoud, wordt daardoor aan velen tegemoet gekomen. Die aftrek komt zeer in compensatie van hetgeen de heer Teychi- né beoogt, zoodat spreker zich dan ook niet kan vereenigen met da,t gedeelte van het voorstel, hetwelk op meerdere af trekken betrekking heeft. Waf aangaat den aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud, in verband met de samenstelling van liet gezin, deze acht spre ker eene groote verbetering, die hij van harte toejuicht en waaraan hij dan ook gaarne zijne stem zal geven. De heer Heijlaeets meent, dat, wanneer aftrek voor kin deren wordt toegestaan, de rechtvaardigheid medebrengt, dat ook de kortingen voor pensioenen niet in de belasting zullen worden begrepen. Voor officieren en ambtenaren,, die vaneen bescheiden inkomen moeten leven, is het hard, belasting te moeten betalen van een gedeelte van liet inkomen, dat een voudig wordt, ingehouden en spreker gelooft dan ook, dat de raad een goede daad zal verrichten, dezen aftrek toe te staan. De heer Sassen zegt, dat hij van een geheel ander gevoelen is als de heer Rombouts. Hij acht die aftrekken niet meer dan billijk en hoopt daardoor langzamerhand te komen tot het balasten van het zuiver inkomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 116