12 Januari 1901. 11 „meend een stipt onderzoek te moeten doen instellen naar „den toestand der oude boomen. „Dit onderzoek is geschied door den lieer W. H. van Ber- ,,kum, hoofdboschwachter der domeinen onder Prinsenhage en Girmeken en door den opzichter der beplantingen H. C. „Waals. „Zij constateerden, dat dertien van de beuken versleten „zijn, benevens drie zware iepen. .Hiervan staan 4 beuken 5 M. en 9 beuken 10 M. van de „woningen en stallingen, grenzende aan het park. „In deze woningen leven 18 menschen; in de stallingen ver blijven 3 paarden en 10 koeien. „Daar de Bouwerijstraat aldaar 9 M. breed is, staan de ge houwen van de weduwe Kessels en Zonen, alsook die van „de weduwe Van G-urp en Zonen maar 25 a 30 M. van die zelfde boomen. „Vermelde huizen en stallingen staan ten oosten en noord- oosten van die boomen. „Waait er een storm uit het westen of zuid-westen, welke „die boomen, omdat zij zoo oud en versleten zijn, licht kan „ontwortelen, dan vallen deze in de richting van dus op „die gebouwen. „Ook constateerden zij, dat het nu hoog tijd is 1 eikeboom, „vermeld in 't rapport van 1897 en toen voorwaardelijk be houden, thans te rooien. „Verder bevonden zij, dat 6 onbeduidende eikeboomen in „het westelijk deel van het park in een ziekelijken toestand „verkeeren. Hunne takken toch teren jaar op jaar meer en „meer in, „Ondergeteekenden zijn na hun onderzoek tot dei conclusie „gekomen, dat ter voorkoming van ongelukken door omver- „waaien, alle boomen, vermeld in dit rapport, thans ter „plaatse met eene roode vlek gemerkt, dienen gerooid te wor- „den. „W. H. van Berkum, hoofdboschwachter der domeinen. „H. O. Waals, opzichter der beplantingen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 11