4 Mei 1901.
129
De heer Dloemarts zegt, da,t hij zich wel kan vereenigen
met het eerste gedeelte van. het voorstel van de.n heer Rei
gersman, namelijk het beinoemen eenier commissie vain des
kundigen. Zonder evenwel iets te willen afdingen óp de be
kwaamheid van den heer dr. Kuijper, zag spreker de commis
sie liever samengesteld uit bekwame vakmannen, die dan
speciaal een onderzoek konden instellen naar de klachten over
het gebruik van dure steehkoilani, in verband met de resulta
ten, daarvan verkregen.
De heer Reigersman wijst erop, dat zijn voorstel niet be
oogt een onderzoek na,ar de administratie oinzer gasfabriek,
maar om in steden, waar goedkoopera kolen worden gebruikt,
te onderzoeken, welke resultaten daar verkregen worden. Het
liefst zag spreker dat in diei commissie zoo weinig mogelijk
gasdirecteuren worden benoemd.
Do heer _ngenHousz zou het voorstel zoodanig willen uit
breiden, dat daarin ook een mijningenieur werd benoemd.
De heer Van Dam kan zich wel vereenigen met het benoe
men eener commissie van deskundigen, doch wenscht thans
onbeslist te laten, wie deze deskundigen zullen zijn. Sprakes
a,cht het bovendien niet gewenscht daarover in openbare ver
gadering te beraadslagen.
Do hoar Reigersman betoogt nogmaals, dat het zijne be
doeling is, om elders een onderzoek te doen instellen b.v. te
Tilburg of Utrecht.
Do heer Bloemarts wijst erop, da,t hij enkel op het oog
heeft, om naar aanleiding van de grieven, in zake de plaats
gehad habbendo aanbesteding van steenkolen, aan eene com
missie va,n deskundigen op t© dragen, daarnaar een onderzoek
in te stellen en rapport uil, te brengen. Op welke wijze d.
commissie zich van deze taak denkt te kwijten, moet aa,n ha
re competentie worden overgelaten.