130
4 Mn 1901.
De heer IngenHousz meent, ter voorkoming van misver
stand, te moeten doen opmerken, dat hij niet wantrouwend is
en ook geen grieven heeft, tegen wie dan ook. Spreker heeft
enkel vragen gesteld, dies1 echts de zaak zelve betreffen en het
zou hem spijten, warneer daaromtrent bij de leden eene ande-
ra opvatting bestond.
De heer Van Dam stelt voor om de vragen, door den heer
IngenHousz gesteld, ter beantwoording voor te leggen aan
eene commissie van deskundigen, later door dein raad te be
noemen.
De heer Reigersman doet nog opmerken, dat hij niemand
verdenkt, van kwade praktijken of verkeerde handelingen
Hij wil alleen maar weten, of die goedkoop er e> kolen, welke
elders gebruikt worden, goed zijn en deugen ze hier niet, dan
ligt dat aan den directeur.
Nadat over dit onderwerp nog eenige discussie heeft plaats
gehad, waaraan door de heieren Van Dam, Reigersman en
IngenHousz wordt ddalgempmen en wlaarbij eerstgenoemde
doet opmerken, dat zijn voorstel hetzelfde beoogt als dat van
den heer Reigersman, omdat hij de commissie vrijheid van
handelen wil laten, wordt het voorstel van den heer Van Dam
in stemming gebracht en aangenomen met 15 stemmen.
Vóór stemden de hoeren Lijdsman, Reigersman, Teychiné
Verschraage, IngenHousz, Scheltus, IIeijlaerts, Vissers,
Van Dam, Bloemarts, Slechtriem, Van Mierlo, Staal, Rees
en de voorzitter.
De heer en Sassen, Rombouts en Van Hal hadden zich van
medestemmen onthouden.
De heer Sassen stelt alsnu voor, om in hot vervolg de aan
besteding van de bonoodigde steenkolen voor de. gasfabriek
aam de goedkeuring van den raad te onderwerpen. Hel loopt
over een bedrag van meer dan f 100000,-.