4 Mei 1901.
De heer Scheltus kan zich met dit voorstel niet vereenigen
Het1 etreft hier eenei daad van uitvoering, aan het dagelijksch
bestuur opgedragen en burgemeester en wethouders moeten
zich die rechten niet uit handen geven. Bovendien loopt de
kwestie niet over f 100000,maar alleen over eenige duizen
den, dia het verschil uitmaken tusschen de diverse prijsaam-
biedingen. Wanneer men verder in aanmerking neemt, dat
burgemeester en wethouders, niettegenstaande zij voortdurend
met de gasfabriek in aanraking komen], niet in staat zijn hier
omtrent een zelfstandig oordeel te vellen, hoe zullen de leden
van den raad daarover dan wel kunnen oordeel en.
De heer Sassen begrijpt niet, welke bezwaren er tegen zijn
voorstel kunnen bestaan. Immers, dan kan eene kwestie, zoo-
al s thans hangende is, zich niet meer voordoen. De raad draagt
dan zelf de verantwoordelijkheid.
De heer IngenIIousz vraagt of hiertegen niet eenig wett<_
lijk bezwaar bestaat. De gasfabriek is eemei privaatrechterlijke
instelling met een geheel zelfstandig beheer.
De voorzitter doet opmerken, dat de ontvangtseu en
uitgaven der gasfabriek op de begrooting voorkomen en in
hun geheel in de rekening worden verantwoord.
De heer Van Dam acht het voorstel praematuur en meent
dat do raad niet mag vooruitlocpen op het rapport van de
deskundige commissie. Bovendien hebben de leden der gas-
commissie door hunne benoeming het vertrouwen van den
raad en handelen zij dus in opdracht van den raad.
.Lot voorstel van den heer Sassen wordt alsnu in stemming
gebracht, doch verworpen met 15 tegen 11 stemman.
Tegen stemden de heeren Lijdsman, Reigersman, Teychiné,
Verschraage, IngenHousz, Romrouts, Scheltus, Heijlaerts,