ONTWERP. 25 Mei 1901. Tegenwoordig de heeren H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ, A. J. A. VERSCHRAAGE, mr. W. INGENHOUSZ, W. G. H. ROM- BOUTS, J. A. J. W. VAN HAL, A. P. SCHELTUS, F. J. M. IIEIJLAERTS, J. W. J. VISSERS, mr. M. P. M. VAN DAM, mr. P. BLOEMARTS, W. J. SLECHTRIEM, L. A. M. VAN MIERLO, L, J. STAAL, A. J. REES en E. H. A. GULJEburgemeester, voorzittei r. Afwezig de heer B. C. VAN DONGEN. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in dei vergaderingen van 20 April en 4 Mei 1901, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijndei, worden dei notulen van voormelde vergaderingen goedgekeurd en vastge steld. Dei voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een schrij-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 135