25 Mei 1901.
143
„van 1 September 1901, definitief benoemd zijn tot leeraren
„aan de hoogere burgerschool alhier;
„Gezien art. 26 der verordening tot regeling van de pen
sioenen der genieentehambtenaren en hunne weduwen en
„weezen te Breda, vastgesteld 7 Maart 1896 (Gemeenteblad
„top. 1);
„heeft besloten
„de grondslagen voor de berekening van dei bijdragen voor
„pensioen vast te stellen als volgt
„van den heer J. P. van der Meulen voornoemd op een
„duizend zeven honderd vijftig gulden (1750,
„van den heer J. H. Sauveur voornoemd op een duizend
vijf honderd gulden (f 1500,
B.
„De raad der gemeente Breda
„Gelet op zijn besluit van 20 April 1901, waarbij de heer
„J. P. van der Meulen met ingang van 1 September 1901
„definitief benoemd is tot le er aar aan dei burgeravondschool
„alhier;
„Gezien a.rt. 13 der wet van 9 Mei 1890 (Staatsblad n°. 78),
„tot regeling van de pensioenen der burgerlijke ambtenaren
„heeft besloten
„den grondslag voor de berekening van de bijdragen voor
„pensioen van den heer J. P. van der Meulen voornoemd
„vast te stellen op drie honderd vijftig gulden (f 350,
„Afschrift van dit besluit zal in tweevoud geizomden wor-
„den aan dei gedeputeerde staten van Noord-Brabant''
Zonder bedenking worden bedoelde ointwerp-be-
sluitem goedgekeurd.
15. Schrijven van den heer kapitein, eerstaanwezend inge
nieur te Bredad.d. 9 Möi 1901, no. 370, daarbij voorstellen
de in de ontwerp-akt© betrekkelijk den voorwaardelijken 'ver
koop en de verhuring van het gebouw der hoogere burger
school (ïu extenso opgenomen in. de raadsnotulen van 23