146
25 Mei 1901.
Da voorzitter antwoordt hierop, dat tot dusver niet
gebleken is, dat de Cingelstraat te eng is. Er is daar zeer wei
nig passage.
De heer Slechtriem erkent de juistheid dezer opmerking,
doch wijst erop, dat in da toekomst de toestand geheel anders
zou kunnen worden. Later zal de gelegenheid zich niet meer
voordoen en welhcht zouden wij het dan betreuren, dat de ge
meente haar ongebruikt had laten voorbijgaan.
De heer Lijdsman geeft in overweging dei beslissing aan te
houden tot eone volgende vergadering en burgemeester en
wethouders uit te noiodigen inmiddels van heit terrein eene si-
tuatieteiekening to doen vervaancjigen, opdat ook de andere
raadsleden zich van den toestand op dei hoogt© kunnen stellen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
17. Schrijven van burgemefester en wethouders alhier, d.d.
20 Mei 1901, n°. 734, daarbij in overweging gevende, ter aan
vulling van het raadsbesluit van 20 April 1901, om bij even
tueel© stemming voor de Verkiezing van drie leden der pro
vinciale staten als 4de lid aan de beiidei stembureaux toe te
voegen
in het bureau in de voorzaal:
den heer J. Lijdsman, en
in het bureau in de achterzaal:
den heer H. A. Sassen.
Niemand der leden stemming verlangende, noch
eenige bedenking hebbende tegen de aanbeveling
van burgemeester en wethouders wordt besloten bo
vengenoemde heeren aan te wijzen als 4de lid in de
aangeduide stembureaux.
18. Adressen van W. Verhagen, P. A. Plenker en H. Pee-
c'
ters, allen te Breda, verzoekende teruggaaf van door hen be-