150 25 Mei 1901. 4. De heer Van Dam. alsnu het woord gevraagd en verkregen hebbende, wenscht tie vernemen, of door burgemeester en wet houders etnige nadere inlichtingen kunnen gegeven worden omtrent dei voorgenomen grensuitbreiding -der gemeente. De voorzitter antwoordt hierop, dat de stukken reeds een 6-tal maanden bij gedeputeerde staten berusten en dat sedert dien tijd hieromtrent niets naders is vernomen.. De heer Van Dam dankt den voorzitter voor de verstrekte inlichtingen. 5. Do heer Heijlaerts wijst op den slechten toestand, waar in het ijzeren hek verkeert, dat zich bevindt aan den hoofd ingang djer groots kerk in de Torenstraat. Gaarne zag spreker, dat hierin de noodige verbetering werd aangebracht. De voorzitter doet opmerken, dat de.ze zaak het be trokken kerkbestuur en niet de gemeente' aangaat. De heer Reigersman zeigt, dat hij indertijd secretaris is ge weest van de zooigenaamde toreincommissi©. Er was toen een ontwerp gemaakt voor een nieuw hek, doch naderhand werd op hooger last geadviseerd dat hek niet te plaatsen, omdat het niet in overeenstemming was met den stijl, waarin de kerk gebouwd is. Later is er een hek gekomen in overeenstemming met den bouwtrant. Wat nu da restauratie aangaat, deze heeft niet plaats gphad op kosten van de kerk alleen, maar op kos ten van kerk, gemeente, provincie en rijk en nu meent spre ker, dat het onderhoud ook door die vier lichamen moet ge schieden. In ieder geval is het niet kwaad, daaromtrent bij kerkvoogden de noodige inlichtingen in te winnen. De voorzitter wijst erop, dat wel gedurende eenige jaren subsidie is gegeven voor de herstelling, maar niet voor het onderhoud van kerk en toren. Dit moet geschieden voor rekening van cb kerk. Alleen dat gedeelte van het gebouw

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 150