22 Juni 1901. nu gebleken is dat adressant, als handelaar in cokes, onder de wederverkoopers behoort, aan hem te berichten, dat zijn ver zoek wordt toegestaan. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten. 14. Rapport van de commissie van bestuur van het pensi oenfonds voor gemeente-ambtenaren en hunne weduwen en weezen te Breda, in zake de pensioenaanvragen van C. Jon- keb, gewezen hoofdagent en P. Brocatus, gewezen agent van politie in deze gemeente, luidende gemeld rapport als volgt „Heeren burgemeester en wethouders stelden in onze han den om uwen raad daarop te dienen van bericht en advies, „de verzoekschriften met bijlagen om pensioen van C. Jonker „en P. Brocatus, onderscheidelijk eervol ontslagen hoofdagent „van politie en agent van politie der 3de klasse. „Ter voldoening aan die opdracht hebben wij de eer U te „berichten „dat adressant Jonker is toegetreden tot de nieuwe pensi- „oenverordening, vastgesteld den 7 Maart 1896 en dat adres- „sant Brocatus na die vaststelling in functie is getreden, zoo- „dat beide aanvragen behooren te worden beoordeeld naar de „bepalingen van genoemde verordening „dat Jonker met ingang van 1 Juli 1889 is benoemd tot „agent van politie der 3de klasse en dat hij, met ingang van „den 1 Juni 1901 als hoofdagent van politie eervol is ontsla- „gen, zoodat hij elf jaren en elf maanden in dienst der ge- „meente heeft doorgebracht „dat Brocatus met ingang van 1 Juli 1899 werd benoemd „tot agent van politie der 3de klasse en dat hij met ingang van „den 1 Mei 1901 als zoodanig eervol werd ontslagen, zoodat „hij één jaar en tien maanden in dienst der gemeente heeft „doorgebracht „dat volgens de overgelegde verklaringen van de geneeshee- „ren drs. Bossers en Hofman „Jonker wegens doofheid ongeschikt voor zijn dienst is en „dat zijn doofheid van centralen aard en veroorzaakt is door

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 162