10 Augustus 1901.
189
10. Geloofsbrieven van de bij de op 9 en 23 Juli j.l. gehou
den stemmingen en herstemming, herkozen en nieuw benoem
de raadsleden de heeren F. J. M. Heijlaerts en mr. P. M. J.
E. Bloemarts voor district I, mr. M. P. M. van Dam, W. G.
II. Rombouts en A. F. Smits voor district II en E. H. A.
Guljé, J. W. J. Vissers en Ph. L. Jacobij voor district III.
Op voorstel van den vo-orzitter wordt een commis
sie van drie leden benoemd tot het onderzoek der geloofs
brieven en het doen van verslag, waartoe, op het verlangen
van den raad, dat deze commissieleden door den voorzitter
zullen worden aangewezen, door hem als zoodanig worden be
noemd de heeren Teychiné, Rees en Sassen.
Deze commissie, zich tot dat einde verwijderd hebbende,
wordt de vergadering" voor eenigei oogenblikken gesehorst.
Het onderzoek afgeloopen zijnde en na. heropening der ver
gadering rapporteert de commissie, bij monde van den heer
Teychiné, dat de overgelegde stukken in de vereischte orde
zijn bevonden en mitsdien tot toelating van de voorgenoemde
heeren wordt geconcludeerd.
De voorzitter dankt de commissie en in 't bijzonder
haren rapporteur voor het gehouden onderzoek en uitgebracht
rapport en stelt voor, overeenkomstig de conclusie van
gemeld rapport, de heeren F. J. M. Heijlaerts, mr. P. M. J.
E. Bloemarts, mr. M. P. M. van Dam, W. G. H. Rombouts,
A. F. Smits, E. H. A. Guljé, J. W. J. Vissers en Ph. L.
Jacobij voornoemd toe te laten als leden van den gemeente*
raad.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dienovereen
komstig besloten, zullende van dit besluit aan de ge-
deputeerdei staten dez^r provincie en de toegelatenen
worden kennis gegeven en laatstgenoemden tegen
den eersten Dinsdag van September worden opge
roepen, om te worden beëedigd en zitting te: nemen.