10 Augustus 1901.
191
Artikel een.
„De staat der Nederlanden verbindt zich uiterlijk op den
„eersten Mei 1902 van de gemeente Breda, als eigenaresse, te
„koopen een gedeelte grond, in oppervlakte groot twee aren
,-,twée en vijftig centiaren, van het perceel, gelegen aan het
„Kasteelplein, kadastraal bekend gemeente Bredasectie B,
„ongenummerd, ingesloten tusschem de lijn in het verlengde
„van het hek aan de Zuidzijde der hoogere burgerschool, de
„gebouwen en erven der koninklijke militaire academie en het
„terrein van de genoemde schoolen zulks voor de som van
„een honderd en dertig gulden (f 130,vrij geldzonder
„echter tot dien koop gehouden te zijn, bijaldien de begroo-
„ting betreffende het departement van oorlog voor het dienst>
„jaar 1902, of een daarin voor dien aankoop opgenomen post
*,niet. de goedkeuring van de staten-generaal mocht verwer
den.
Artikel twee.
„De gemeente Breda verbindt zich de> in het verkochte ge-
legen bestrating op een nader met den kooper overeen te
„komen tijdstip op te breken en weg te voeren.
Artikel drie.
„Bijaldien de in artikel een vermelde! goedkeuring mocht
„worden verkregen, zal zoo spoedig mogelijk en uiterlijk 1
„Mei 1902 voor een te Breda resideerenden notaris eene no-
„tarieele koopakte worden gesloten, waarbij het verkochte
„door de verkoopers aan den kooper wordt geleverd, vrij van
„alle lasten en verbanden, en wel tegen de vermelde verkoop,
„som en dit door den kooper wordt aanvaard onmiddellijk
„nadat het koopcontract in de openbare registers zal zijn
„overgeschreven, welke overschrijving zoo spoedig mogelijk
„zal plaats hebben".
Artikel vier.
„Alle kosten op de onderwerpelijke akte en op de even-
