208 3 September 1901. commissaris van politie, met dit verzoek bekend is en zijne goedkeuring er aan gehecht heeft. Ditzelfde: geldt ook ten op zichte van den burgemeester, als hoofd der politie. Verder zul len ook inlichtingen gevraagd worden omtrent diensttijd en dergelijke, waarvan de slotsom is, dat alleen in ééne der af- doelingen, waarin de burgemeester voorzit, dc noodige inlich tingen zullen verkregen worden. Dezelfde motieven gelden ook te-n aanzien van het adres van de hoofdagenten, in cene vorige vergadering ter tafel gebracht. Spreker stelt derhalve voor deze beide adressen te verzenden naar burgemeester en wethouders om prac-advies. De heer Jacoby ondersteunt het voorstel van den heer Scheltus, mits dan ook worde teruggekomen op het vroegere raadsbesluit ten aanzien van het adres, van de hoofdagenten en hieromtrent, eveneens het advies van burgemeester en wet houders worde ingewonnen. Do v o O' r z i 11 e r zegt., dat het voorstel van den heer Scheltus hiermede geheel overeenstemt. Zonder verdere bedenking, wordt, alsnu besloten overeenkomstig het voorstel van den heer Scheltus. 11. Suppletoir kohier van aanw zige beerputten in den openharen gemeentegrond, opgemaakt krachtens, artikel 2 snb D va,n de verordening op de heffing va,n een recht voor het gebruik van den openbaren gemeentegrond, vastgesteld bij besluit van den gemeenteraad va.n 7 September 1897, goed gekeurd bij koninklijk besluit va.n 11 Januari 1898, n°. 8 Zonder bedenking wordt gemeld kohier vastge- gesteld op een bedrag va.n f 1 12. Adres van de onderwijzers en onderwijzeressen bij het openbaar lager enderwijs in de.ze. gemeente, d.d. 23 Augustus 1901, op daarbij aangevoerde gronden verzoekende. 1°. bij het vaststellen der tegemoetkoming in de huishuur ten behoeve va,n gehuwde onderwijzers, krachtens de laat ste wijziging der wet op het lager onderwijs., rekening te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 208