210 3 September 1901. staan, tenzij do raad mocht verlangen, dat de beslissing tot eene volgende vergadering wordt aangehouden. Dc heer Reigersman zegt, dat hij niet in de gelegenheid is geweest de zaak te onderzoeken, hetgeen zeker ook met de nieuwe leden het geval is, weshalvei hij voorstelt dit punt tot eone volgende vergadering aan te' houden. De hoor Teychiné wijst erop, dat liet liier niet geldt eene nieuwe concessie of een verzoek, om in de bestaande conces sie' verandering te brengen, maar alleen de vraag, om de lijn, reeds gedeeltelijk in exploitatie, over een grooter traject in exploitatie te brengen. Spreker ziet. dan ook de noodzakelijk heid niet in, om de beslissing tot-eene volgende vergadering aan te houden. De heer Van Da,m is het geheel eens met den. vorigen spre ker. Er wordt niets nieuws gevraagd. De1 concessionaris wenscht alleen uitvoering t© geven aan dei hern verleende con cessie, voor zoover hem dit mogelijk is gemaakt.. Dei heer IngenHousz deelt het gevoelen der beide vorige sprekers en voegt er nog' bij, dat, naar hem verzekerd is, ook de Ginnekensche tramwegmaatschappij zeer gaarne zou zien, dat met het loggen dor lijn spoedig een aanvang werd ge maakt. Dc rails in do Ginnekenstraat zijn versleten en in de overeenkomst tusschcn den concessionaris De Bruijne en de Ginnekensche tramwegmaatschappij moet bepaald zijn, dat eerstgenoemde dici rails moet vernieuwen. Op eene desbetreffende' vraag des voorzi11e>rs ver klaart do heer Reigersman zijn voorstel in tei trekken. Niemand der leden over deze zaak nog het woord verlangende, weidt besloten aan den heer E. de Bruijne te Ginneken vergunning te verleene-n tot het in exploitatie, brengen van liet gedeelte der tramlijn BredaMastbosch, loopcnde vanaf de Havermarkt, door de Torens.traati, Karrestraat, Eindstraat en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 210