ONTWERP.
26 October 1901.
Tegenwoordig de heoren J. J. L. TEYCHINÉ, jhr. mr. A
REIGERSMAN ,B. C VAN DONGEN, L. A. M. VAN
MIERLO, J. LIJDSMAN, R. A. SASSEN, A. J. REES, L.
J. STAAL. W. J. SLECHTRIEM, A. P. SCHELTUS, J. A.
J. W. VAN HAL, W. G. II. ROMBOUTS, J. W. J. VISSERS,
Ph. L. JACOBY, A. F. SMITS, mr. M. P. M. VAN DAM,
P. J. M. HEIJLAERTS, A. J. A. VERSCHRAAGE en E.
H. AGULJÉburgemeester, v O' o> r z i 110 r.
Afwezig de heeren mr. P. M. J. E. BLOEMARTS en mr.
W. INGENHOUSZ.
De v 0' 0 r z i 11 e r opent de vergadering en zegt, dat de
notulen van het verhandelde in dei vergadering van 21 Sep
tember 1901, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van
het reglement van erde voor den gemeenteraad, ter inzage
voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn
toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing
daarvan verlangt of oenigei bemerkingen daartegen in het mid
den heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde
vergadering goedgekeurd en vastgesteld.
Da voorzitter1 deelt mede, dat is ingekomen een
schrijven van den heer mr. W. IngenHousz, berichtende dat