26 October 1901. 241 Wat hot voeden van arme kinderen betreft: alle gezindten zijn er voor en werken daartoe mede. Da.t is gebleken bij do behandeling van art. 35 der Leerplichtwet in de Tweede Kar mer, toen dr. Schaepman voorstelde! het verstrekken van voed sel van genieienteweigei ook ten goede tei doen komen aan kin deren, die de bijzondere school bezoeken. Spreker kan zich best voorstellen, dat de1 heer Reigersman, die niet verkeert'onder de proletariërs, hunne b hoeften niet kent en alzoo het nut van kindervoeding niet inziet. Men moet ze zien de kinderen, hoe ze 's morgens verkleund van konde, met bleek© hongerige gezichten, naar school gaan. Door den kinderen voeding te geven, zullen zij niet van dei oud: rsi ver vreemden en zullen zij ook niet ontevreden worden; integen deel, zij zullen zich later tot dankbaarheid gestemd gevoelen jegens de mcergegoeden. Spreker acht het in het belang van de maatschappij de kinderen, die, bij goed© voeding, ook be- t re impressie op school zullen krijgen, tot tevreden mensichen te vormen en zegt vóór het verzoek der commissie1 te zullen stemmen. De heer Smits zegt, dat, bij inwilliging va,n het verzoek, zich het geval zou kunnen voordoen, dat ook andere instellingen van weldadigheid zich met gelijk doel tot den raad zouden wenden, en wat aa,n den een verleend wordt zal men, moeilijk aan eeln ander kunnen weigeren. Volgens spreker moet de particuliere liefdadigheid voorop staan en mag de gemeente enkel bij zeer groota behoeften in d© bres springen. Nog kort geleden heeft de raad aan de Vincentius-vere uiging 'eeine sub sidie geweigerd voor verbeterilag van heit schoolbezoek. Spre ker raadt aan niet al tci mildl te zijn met het verlecnen van subsidi.s en, ofschooln een volbloed armenverzorger zijnde, is hij het met den heer Reigersman eens, dat de kinderen te huis moeten gevoed worden. D heer Jacoby zou zich er wel mee kunnen vereenigen, dat de kinderen t huis gevoed werden, doch dan zou daarvoor aan het burgerlijk armbestuur eens subsidie moeten verleend worden. Spreker vindt dit echter onnoodig, aangezien er reeds

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 241