26 October 1901. 255 „Als uit de overgelegde analyse van de Wearmouthkole n „blijkt, dat diei kool even veel gas van dezelfde, lichtsterkte en „even veel cokes geeft als de Mickleykolenj, dan was het toch „zaak daarvan notitie te nemen, al heeft ook de ondervinding „geleerd, dat meermalen de uitkomsten in de praktijk niet „geheel met de gegeven analyse overeenkomen. „Er wordt ook geantwoord, dat verschillende kolen met een „zelfde analyse bij de distillatie een groot verschil geven, dat „veiel last veroorzaakt. Waarin die. last bestaat, wordt niet „gezegd. „Maar aangenomen, dat een goedkoopere kool bij het ge- „bruik meer oplettendheid of voorzorgsmaatregelen van het „personeel eischt, dan is dat toch geen onoverkomelijk be~ „zwaar en in geen geval een reden om alle goedkoopere gas- „koleln als onbruikbaar te beschouwen. „Een meer beredene rd bevredigend antwoord had op die „vraag kunnen gegeven worden, vooral omdat, verder wordt „gevraagd of de analysen e n zoo. groot prijsverschil recht vaardigen ern omdat va.n de. zeventien soorten gaskolen, waar- Van aanbiedingen werden gedaan, reeds bij de. meeste, de „analyse werd overgelegd. „Het antwoord' op de tweede vraag komt. ons. niet steek- „houdend voor. In alle gevallen had moeten worden aange- „toomd, waarom een kool, die b.v. te Tilburg uitstekende1 ra „sultaten geeft., voor Breda onbruikbaar is. ,,0p de volgende vraag wordt, geantwoord, dat wel proeven „zijn genomen, blijkbaar echter zonder het door den vrager „bedoelde gevolg, namelijk het koopen va.n ander© goedkoo- „perte soorten steenkolen „Dat Southmoor-Peltonkolen ee.n stijve teer geven, hetgeen „in het bedrijf last kan veroorzaken, moge waar zijn,, maar „waar is, het ook, dat bij menging va,n een zoodanige kool met „een andere kool, welke die lastige eigenschap niet heeft „en „dat behoeft in geen geval een dure kool te zijn, zooals de. di- „recteur schrijft", dit bezwaar vervalt. „Heh antwoord op de vraag, waarom de groot© fabrieken te „Rotterdam, Den Haag, Amsterdam e.n Utrecht geen Micklcy-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 255