258 26 October 1901. „Uit de gestelde wagen ein uit de over die zaak in den raad „gevoerde discussie hebben wij afgeleid, dat de gemeenteraad „meer speciaal wenscht to weten, of bij den aankoop van de „benoodigde steenkolen voor de gemeente-gasfabriek voor liet „exploitatiejaar 1901—1902, dei belangen van de1 gemecïnt© ge noegzaam op den voorgrond hebben gestaan. „Al dadelijk moeten wij dan b kennen, dat het ons voor- „komt, dat bij den aankoop der gaskolen tot een bedrag va.n „ongeveer f 100 000,met een prijsverschil tusschen de „hoogste en laagste; aanbieding van f 19 000,—., meer koopman schap en overleg had brhooren gebruikt tei worden. „Waar het een zoo.da.nig prijsverschil geldt en meh niet be vreesd behoefde te zijn nog duurder te zullen moeten koo- „pen, had men dei gunning kunnen verdagen en inmiddels naar „de eigenschappen van andere aangeboden kolen kulnnen in- „formeeren en op de eerste, plaats aa,n de. gasfabrieken te. Rot- terdamDen Haag, Zwolle. VlaardingenBer gen-op-Zoom of Tilburgwaar d!e Scheepvaart- of Steenkolen-Maatschappij „Etagelscha kolen levert, naar de uitkomsten van het gebruik ,„va,n Wearmoutlikolen moeten vragen, zijnde een kool, die „volgens dei analyse bet meest met de Mickleykolen owreen- „komt, maar daarmede belangrijk in prijs verschilt. „De loop der handelingen bij de aanbesteding, waarover de „ontevredenheid in den raad ontstond, doet zien, dat de ern stige wil om bij andere handelaren kolen te. koopen niet bs- „stond. „Den 4en Maart, 's morgens 12 uur. had de? opelning der in- „schrijvingsbiljetten plaats en reeds 7 Maart, berichtten de „hoeren Hoos Zn aan den directeur, dat zij uit zijn schrij- „veln met genoegen vernomen hebben, dat hun de levering van „850 wagons kolen, dus bijna, de voor een jaar benoodigde hoe veelheid, ia opgedragen en dankbaar zijn voor het opnieuw „in hen gestelde vertrouwen. „De vraag is hier gerechtigd, waarom met zulk een spoed „gehandeld, a.ls meln toch volgens art. 14 der aa.nbestsdingst- „voorwaarden tien dagen tijd heeft, om te beslissen. „Bedenkt men nu, dat van de negen inschrijvers er vijf wa-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 258