16 November 1901.
271
geweest der vertraagde levering. Er was dus overmacht. Of
schoon diei werkstaking niet door officieel© bescheiden wordt
geconstateerd, blijkt uit de overgelegde stukken toch voldoen
de, dat zij heeft plaats gehad, zoodat spreker er wel voor is,
om de opgelegde boete kwijt te schelden.
De heer Van Dam a,cht het gevaarlijk hier t© spreken van
overmacht en het besluit daarop t© motiveeren. Werkstaking
kan overmacht zijn,, doch zij is het niet per sé. Om geen prei-
cedelnt te stellen, zon spreker derhalve het verzoek willen toe
staan, onafhankelijk van de vraag, of de te latei levering aan
overmacht is te wijten geweest.
De heier Sassen herhaalt zijn v oorstel, om de stukken te
renvoyeeren naar burgemeester en wethouders om nader praei-
advies.
De heer Jacoby handhaaft zijn voorstel om het vroegere
raadsbesluit in te trekken en thans t© beslissen over d© al of
nietrinwilliging van het verzoek.
Het komt den heer Lijdsman voor, dat dei zaak thans, nu
meerdere inlichtingen verkregen zijn, gerust kan worden af
gedaan.
De heer Scheltus zou wel kunnen medegaan met het voor
stel van den heer Sassen, als hij slechts wist wat er nog te
onderzoeken was. Ta.1 van stukken, waaruit, van de. werkstar
king blijkt, zijn overgelegd. Alleen ontbreekt nog eenei ver
klaring van het openbaar gezag, doch deze kost aan adressan
te f 48,en nu gaat het volgens spreker niet aan, dei verzoek
ster tot deze uitgaaf te verplichten, waar de quaestiei slechts
loopt over een bedrag van 85,
Dj. heer Sassen beoogt met zijn voorstel alleen,, om de zaak
nader te overwegen, vooral wijl hij niet gaarnei een precedent
zou wilier stellen, waaróp andere aannemers zich bij vozen
de gelegenheden zouden kunnen beroepen.
Het voorstel van den beer Sassen wordt, niet voldoende o«-