274 16 November 1901. De voorzitter stelt dit punt aan diei orde. Do heier Lijdsman wenscht te vernemen, of het ijzerwerk voldoet aan dei daarvoor volgens bestek eln teekening gestelde eiischen en of het werk de> goedkeuring van burgemeester em wethouders en van den waarnemenden gemeenteharchiteet heeft kunnen wegdragen. Wat nu het prae-advies betreft, daarmede kan spreker zich niet vereenigen. Ieder aannemer wacht met het doen van be stellingen. totdat da detailteieikeniaigen iin zijn bezit zijn en een feit. is het, dat do aannemer die teekeningen eerst 8 dagen na de besteding ontvangen heeft.. Ook acht. spreker een ter mijn van 4 dagen voor het terugzenden van het ijzerwerk, ten gevolg© van het niet passen op dei hardsteetnen verbindings stukken, veel t© kort gesteld. Uit alles blijkt, verder, dat de aannemer getracht hoeft om het ijzer tijdig in zijn bezit te hebben, terwijl, zooals door den heer Sleciitriem zooeven te recht is: opgemerkt, dei bepalingen omtrent de boeten warden gemaakt voor de onwilligen. Spreker geeft derhalve in over weging, om de boete, zoo. niet geheel, dan toch voor het groot st© gedeelte kwijt te schelden. De heer Scheltus wijst erop, dat tusschen deze zaak en de vorige een groot verschil bestaatUit niets, blijkt, dat. dei aanne mer het ijzer op tijd besteld heeft. Wat betreft, den termijn van terugzending van het ijzerwea'k, hieromtrent is door den waarnemenden gemeente-architect verklaard,, dat die termijn valn 4 dagen ruim voldoende is Bovendien heeft, deziei veran dering geen invloed gehad op den gang der werkzaamheden, omdat de. aannemer toch met het hek voor het gymnasium heeft kunnen doorwerken. Eindelijk is d© aannemer op 26 Augustus nog ernstig gewaarschuwd, waaraan hij zich echter niet gestoord heeft. Spreker meent., dat er in dit geval niet zoo veel motieven bestaan vóór dei inwilliging va.n het verzoek, a.la bij het vorige., en wanneer een© boeit© van 4 of 6 dagen wordt kwijtgescholden, dan handelt, men royaal. De heier Slechtriem betoogt., dat hier de. vraag geldt, of de aannemer wel op tijd' heeft kunnen leveren. Wanneer zoo

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 274