230
16 November 1901.
„bedoelde onderwijzers zullen genieten eene tegenxoetkonaing
„in de huishuur ten bedrage van vijftig gulden per jaar, met
„dien verstande, dat onder die onderwijzers ook zullen begre
pen zijn weduwnaars, met kind of kinderen beneden dein
„twintigjarigen leeftijd.
„Tevens verzoeken wij U machtiging, iin dien zin de be-
„staande verordening aan te vullen".
De voorzitter vraagt, of de raad zich met het voor
stel van burgemeester en wethouders kan vereenigen.
De heer Sassen zegt, dat hij zeer tot zijn leedwezen heeft
gezien, dat burgemeester en wethouders slechts een bedrag
van f 50,als tegemoetkoming in dei huishuur willen toeken
nen. Dit bedrag is bij de wet als minimum bepaald, doch
spreker gelooft niet, dat helt minimum is vastgesteld met het
oog op gemeeintem van een omvang als Breda Vroeger was
in de wet alleen sprake van vergoeding voor huishuur aan de
hoofden van scholen. Als minimum is daarvoor thans vastge
steld f 150,—, terwijl het minimum als tegemoetkoming in de
huishuur voor gehuwde onderwijzers is bepaald op 1/3 van
dat bedrag of f 50,Nog kort geleden is dei vergoeding voor
huishuur voor schoolhoofden dooi* den raad verhoogd en spre»-
ker zou hef betreuren, wanneer thansi, in. verhouding met die
vergoeding, de tegemoetkoming niet op minstens f 100,-
werd b;paald, zooals oiok door de schoolcommissie is voorge
steld.
Men moet/ niet uit het oog verliezen, zegt spreker, dat Bre
da, door de wijzigingen der wet, eienei meerdere siubsiidiei ge»-
niet van plus minus f 3000,zoodait deze tegemoetkoming,
welke trouwens eene geheel nieuwe zaak is, aan dei gemeente
geen cent kost. Waar overigens kleinere' gemeenten voorgaan,
Roosendaal a a. heeft dei tegemoetkoming vastgesteld op
f 75,—, mag Breda niet achter blijven en zich bij het mi
nimum bepalen. Spreker stelt derhalve voor de tegemoetko
ming vast te stellen op f 100,
De heer IngenHousz vraagt, of de meerdere subsidie van