284 16 November 1901. gebracht. Zij is reeds meer dan drie weken ter roll©, zoodat daaromtrent in de vorige vergadering al een voorstel had kun nen gedaan wordeln. Wat nu betreft het voorstel, om z,ich in rechten te verwe- ren, daarmede kan spreker zich nieit vereenigen, zoolang niet een rechtskundig advies is overgelegd. Ook is spreker tegen het benoemen van een advocaat, omdat dit nergens gebeurt en naar zijne meening ook in strijd is met dei gemeentewet. Het komt hem voor, dat dit dei taak is vain den burgemeester, die in alle rechtsgedingen namens dei gemeentel optreedt, of an ders van burgemeester en wethouders. Mocht het eventueel tot eiene stemming komen, dan zal spreker zich onthouden. De v o oi r z i 11 ei r ontkent, dat burgemeester en wethou ders dit voorstel reeids in dei vorige vergadering zouden heb ben kunnen doein. Wel was dei zaak reeds ter rolle gebracht, doch een antwoord van den procureur was toen nog'niet inge komen. Burgemeester en wethouders hebben gemeend niet verder te mogen gaan dan tot dei aanwijzing van een procu reur. He|t benoemen van een advocaat, die in dbzei zaak van advies zal dienen, behoort, naar dei meieining van burgemeester en wethouders, aan den raad, omdat de raad alle ambtenaren der gemeente benoemt, waarvan dei benoeming niet aa.n an deren is opgedragen. De heer IngenHousz wijst erop, dat een advocaat niet te beschouwen is als een gemeente-ambtenaar. Spreker noemt precedenten, waarbij do benoeming evenmin door den raad is geschied. De heer Van Dam geeft zijne bevreemding erover te ken nen, dat niet terstond een advocaat-procureur is aangesteld. Zou thans een ander dan dei procureur tot advocaat worden benoemd, da.n zal dit voor dein aangesteld en procureur' minder aangenaam zijn. Overigens bestaat bij spreker bezwaar togen de benoeming van een advocaat door den gemeenteraad. In den regel geschiedt dit door burgemeester en wethouders, van welk college kan verwacht worden, dat helt slechts diengene zal aanwijzen, in wien het meest© vertrouwen wordt.gesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 284