16 November 1901. 287 „den tel zien. Een der leden vraagt, of hieromtrent reeds eien „pra,e*a,dvies van het hoofd der politie is ingekomen,. „Een lid eener afdeeling meent echter, dat het getal poli- „tie-agenten meier dan voldoende is en wijst erop, dat twee „politiet-agenten permanent aato den dienst onttrokken wor gden, n.l. een door hejt vervullen van de functie van ordon- nance van den commissaris1 en een door het waarnemen van „de betrekking van plantsoenwachter in het Valkenberg. Een „ander lid was van meening, dat men voor veel minder geld „de 1 a a tstge n oemde functie zou kunnen doen waarnemen, tcr- „wijl van eerstgenoemde functie het nut en dei noodzakelijk heid door de meeste leden der afdeeling niet werd ingezien. Volgnummer 71. Art. 9, g. „In eene afdeeling vraagt men. of de controleur der visich- „markt niet tevens de functie van controleur van het markt „wezen z,ou kunnen waarnemen. Volgnummer 74. Art. 12. „Een lid doet de vraag, of de hierbij uitgetrokken som ook „moet dienen om dei politiet-agenten, die dei meeste processein- „verbaal opmaken, te beloonen. Hoofdstuk II. Volgnummer 82. Art. 4. „Een lid zag gaarne, dat bij aanbesteding van druk „werken ten behoeve der gemeente de bepaling werd gemaakt, „dat allei werk, ook het gietwerk, tei Breda moet geschieden, „daar hij meent, dat het werk thans gedeeltelijk buiten da „stad plaats vindt. Volgnummer 86. Art 9. „De vraag wordt gedaan of de leggers van het gemeente* „huis geregeld worden bijgehouden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 287