16 November 1901. 289 „en meisje® dei gelegenheid fcei verschaffen zich behoorlijk te „.kunnen reinigen. Volgnummer 108. Art. 6, a. „Vele ledén waren va,n meening, dat da bestrating in de „Leuvenaarstr aat moet worden doorgezet. Eenigen wensichten „slechts keibestrating in heit midden, terwijl in overweging ge>- geven werd om aan beidei zijden tot aan den trottoirkant „klimkerbeisltrating aan te wenden, daar aan den zijkant toch „geene zware; vrachten paaseieren. Men zou dan van het reeds „met keien bestrate gedeelte de aan de zijkanten liggende' kei- „en willen opbreken en hiermede dei nieuwe middenbestrating „voortzetten, waardoor aanmerkelijke besparing van kositen „verkregen kam worden. „Een lid achtte het wenschelijk de bestrating te voltooien „ter breedte als thans heeft plaats g'ehad, doch dit te verdee- „len over eien tijdvak van twee jaren. „Van eiene af deeling meenden eelnige leden, dat de kosten „hiervan konden gevonden worden uit dei bedragen, uitgetrofc- „ken voor verbetering der bestrating va,n de Kraanstraat, „Molenstraat en Karnemelksfcraat, als zijnde- deze uitgaaf niet „noodzakelijk. Ook in eienei andere afdeeling wenschts men „met de vernieuwing der Kraanstraat, Schoolstraat en Kar- „nemelkstraat te wachten en zou men dez,e alleen wat bijget- werkt willen zien, terwijl de bestrating der Molenstraat go-ed „genoemd wordt. „Eenige leden meenden, dat met bet oog op bet hooge be* „lastingcijfer het niet gewenscht is de bestrating der Leuve* „maarstraat thans te voltooien. Volgnummer 108. Art. 6, b. „Een der leden maakt bezwaar tegen het aanschaffen van „een asphyxiatietoesteil. Volgnummer 108. Art. 6, e. „Een der leden acht muntgasmeters wenschelijk.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 289