294 30 November 1901. Do voorzitter, wijzende op de vele en langdurige diensten door don heer Van Mierlo in die betrekking bewe zen, stelt voor bet gevraagde ontslag op de meest eervolle wijze te verleenen, onder dankzegging voor de vele goede en gewichtige diensten, door hem in die betrekking aan de ge meente Breda bewezen. Waartoe besloten wordt. 2. Schrijven van bet college van rogenten van het oude mannenhuis te Breda, d.d. 16 November 1901, daarbij ter goedkeuring aanbiedende de begrooting van inkomsten en uitgaven van gemeld gesticht voor het dienstjaar 1S02. Do voorzitter stelt voor deze begrooting te stellen in handen eener commissie van drie leden, ter fine van on derzoek en rapport. Hiertoe besloten zijnde en nadat de raad zijn verlangen heeft t© kénnen gegeven, dat dei v o o r z i 11 e r die commis sieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de heeren Van Dam, Staal en Vissers. 3. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, daar bij, o-nder overlegging van het advies van den arrondissien mcnts-sehoolopziener en het ingewonnen bericht van het hoofd der school, ter benoeming eener onderwijzeres in de vrouwelijke handwerken aan de openbare tusschenschool aan de Boschstraat alhier voordragende la. mej. P. A. M. van Keep. 2o. C. Lamers. 3o'. P. D. M. A. de Greef, allen te Breda. De voorzitter verzoekt den heeren Scheltus en Van Hal als stemopnemers te willen fungeeren. Wordt overgegaan tot stemming. Er worden uitgebracht 20 stemmen, waarvan 10 op mej. De Greef, 7 op mej. Van Keep en 3 op mej. Lamers.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 294