298
30 November 1901.
Antwoord
Hoofdstuk T.
Volgnummer 71. Art. 9, d.
Burgemeester en wethouders, de meening van het hoiofd
der politie deelende, zijn van oordeel, dat uitbreiding van het
politiekorps met twee agenten noodzakelijk is.
Onjuist is de opmerking, dat twee agenten permanent aan
den dienst worden onttrokken. Een der agenten is noodig
tot het verrichten van verschillende diensten in het belang
der politie, zooals het ophalen en terugbezorgen der nacht-
lijsten bij hotelhouders, het verrichten van boodschappen
naar het huis van bewaring en de strafgevangenis, in ver
band staande met strafbare feiten, uitleiding van aangehou
den vreemdelingen, enz. Deze dienst eindigt te 3 uur n/m.
en van 510 n/m verricht die agent gewone surveillance
dienst.
Slechts van April tot October is een der agenten voort
durend belast met het politie-toezicht in het Valkenberg. Dat
toezicht in de zomermaanden is hoog noodzakelijk.
Aangaande het verzoek van de agenten van politie om
verhooging van jaarweddei, is het hoofd van politie: ervan,
overtuigd, dat de regeling te Breda., in verhouding met an
dere gemeenten, zeer goed is, hetgeen ook blijkt uit den hier
bij overgelegden staat.
De heer Vissers wijst erop, dat de agent, die de: functie
verricht va,n ordonnance van den commissaris, nog slechts
sedert korten tijd van 510 uur n/m belast wordt met sur
veillancedienst. Die dienst is hem eerst opgelegd, nadat hier
over in de sectie-vergaderingen was gesproken.
Spreker a,cht het onbillijk, dat die agent, een flinke krach
tige man, vrij van nachtdienst is en enkel wat huiselijk werk
of boodschappen verricht voor den commissaris, waarvoor
dan oudere agenten moeten invallen. Desnoods kon dergelijke
functie opgedragen worden aan een agent, die op meer ge
vorderden leeftijd is of aan een gepensionneerde.