23 Februari 1901. IJ 5. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 31 Januari 1901, no. 131, houdende mededeeling dat volgens art. 22 der leerplichtwet de commissie tot wering van schoolver zuim moet bestaan uit: 1°. de in de gemeente wonende ouders, voogden en andere in artikel 1 genoemde verzorgers der in de gemeente op eene lagere school ingeschreven kinderen 2°. de meerderjarige onderwijzers, dia aan eene openbare lagere school in de gemeente werkzaam zijn 3o. de meerderjarige onderwijzers, die aan eene bijzondere lagere school in de gemeente werkzaam zijn 4o. de overige meerderjarige inwoners der gemeente, voor zoover ze niet onder een der vorige categorieën vallen. In verband met het bepaalde bij art. 1 van het huishoude lijk reglement wordt voorgesteld die commissie samen ts stel len als volgt 2 leden van de categorie sub 1°. 1 lid van de categorie sub 2o. 1 lid van dsi categorie sub 3o. 3 leden van de categorie sub 4°. terwijl ter benoeming als lid worden aanbevolen de volgende dubbeltallen van candidaten, wier namen alphabetisch zijn gerangschikt, als Categorie 1. a. de hoeren J. P. J. van Bergen en A. J. van Son. b. de heeren Ch. A. M. van Pelt en W. J. H. Verheggen. Categorie 2. do heeren J. K. de Bie en J. F. Clerx. Categorie 3. de hseren J. Seegelaar en C. van Unnik. Categorie 4. a. de heeren H. H. van Mierlo en J. P. A. J. Eosu.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 29