30 November 1901.
301
moeten zij eten ook. Wanneer spreker verder het traktement
der agenten vergelijkt met dat van den brugwachter, zonder
te willen beweren, dat laatstgenoemde tei veel heeft, en dan
de diensten, aan beid© betrekkingen verbonden, daar tegen
over stelt, dan zal men moeten toestemmen, dat de agenten
te weinig bezoldigd worden. Spreker stelt derhalve voor, de
we dde van ie dere n agent met 50 te verhoogen.
Dit voorstel, voldoende ondersteund, wordt alsnu in stem
ming gebracht, doch verworpen met 12 tegen 8 stemmen.
Tegen stemden de heeren IngenHousz, Van Dam Smits,
Rombouts, Van Hal, Scheltus, Staal, Sassen, Van Mierlo,
Van Dongen, Teychiné en de voorzitter.
Vóór waren de heeren Verschraage, Heijlaerts, Jacoby,
Vissers, Slechtriem, Rees, Lijdsman en Reigersman.
Thans kc«mt in behandeling het voorstel van burgemeester
en wethouders om het politie-personeel met 2 agenten 3de
klasse uit t© breiden.
De heer Jacoby verklaart met dit voorstel niet te kunnen
medegaan.
De heer Scheltus geeft zijne bevreemding erover Je ken
nen, dat de heer Jacoby zich tegen dit voorstel verzet, niet
tegenstaande door hem zooeven gewezen is op de zware dien
sten, die de agenten te verlichten hebben.
Het doel der uitbreiding is hoofdzake ijk om den agenten
zooveel mogelijk cm do 11 dagen hun viijen dag te bezorgen.
Hierop antwoordende, zegt de heer Jacoby dat, als hij over
tuigd was, dat door meerdere aanstelling ook minder dienst
uren zouden verkregen worden, bij met dat voorstel zou kun
nen medegaan. Spreker vreest echter, dat het nog erger zal
worden. Thans hebben de agenten om de beuit één dag rust.
Er verloopen dus 30 of 32 dagen, voordat ieder eene beurt
gehad heeft en bij vermeerdering van personeel zal die beurt
weer langer op zich laten wachten. Spreker verwacht, dat