304 30 November 1901. Hoofdstuk II. Volgnummer 82. Art. 4. Een lid zag gaarne, dat bij aanbesteding van drukwerken ten behoeve der gemeente de bepaling werd gemaakt, dat alle werk, ook het gietwerk, te Breda moet geschieden, daar hij meent, dat het werk thans gedeeltelijk buiten de stad plaats vindt. Antwoord Hoofdstuk II. Volgnummer 82. Art. 4. Bij burgemeester en wethouders bestond reeds het voor nemen, om bij de eerstvolgende1 besteding de voorwaarden zoodanig te wijzigen, dat aan het verlangen wordt tegemoet gekomen. De heer Vissers zegt-, dat in de sectie-vergadering deze bemerking door hem is gemaakt, omdat het hem bekend is, dat een groot gedeelte'! van het drukwerk der gemeente bui ten de stad gereed gemaakt wordt, Wanneer men nu in aanmerking neemt, dat vele typografen hier ter stede1 zon der werk zijn en de gemeente in staat is, daaraan zonder beswaar tegemoet te komen, dan dient daarmede ook reker ning tei worden gehouden. Spreker herinnert hierbij aaneen ingezonden stuk, onlangs door den heer Reigersman in het Dagblad van Noord-Brabant geplaatst, en bevattende een pleidooi ten gunste van werkverschaffing. Overigens meent spreker erop te moeten wijzen, dat het drukwerk volstrekt niet voldoet aan de eisehen, welke rede lijkerwijze daaraan gesteld mogen worden, en wat het inbin den aangaat spreker heeft biei bij 1 et ocg op het gemeente verslag dit noemt hij, als vakman, bepaald prulwerk. De1 fout schuilt echter in de aanneming. Er wordt inge schreven voor 37% beneden tarief. Dat tarief is gemaakt door vakmannen, zoiodat gereedelijk moet worden toegestemd,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 304