106 10 november 1901. Volynummer 94. Art. 1, a. In eene afdeeling wordt het wenschelijka betoogd om het verhoogd voetpad tegenover den Boulevard-Mastbosch en de Parkstraat eenige meters in te korten en dit gedeelte met keien te bestraten. Tevens wordt gewezen op den toestand, waarin dei steenalagbestra,ting aan den Tramsingel bij slecht weer zich bevindt. Wenschelijk wordt geacht het verharde gedeelte te verbroeden, waardoor vermeden wordt, dat bij slecht weer door het uitwijken der voertuigen slijk en modder op den rijweg gebracht wordt, of wel op dezen singel de steenslag te vervangen door keibestrating. Antwoord Volgnummer 94. Art. 1, a. Het inkorten van eenige meters van het verhoogde voet pad in de Wilhe'minastraat, tegenover den Boulovard-Mast- boisch, zou eene uitgaaf vorderen van f 1000, Dit werk komt burgemeester en wethouders niet urgent voor. Wat den Tramsingel betreft, deze1 heeft eene verharding van 6 M., op welke breedte a,lzoo> voertuigen elkander kunnen passeeren, zonder buiten de verharding te rijden. Door eene breeder© verharding te maken, zouden ook noodzakelijk de hoornen moeten beschermd worden. Het gedeelte vanaf het tramstation tot do brug bij de mestvaalt is in zeer goeden staat terwijl het overige gedeelte tot. de Etna,straat een weinig plat ligt, hetgeen door opbren ging van steenslag kan worden verbeterd. De heer Vissers vestigt de aandacht op den slechten toe stand van de Etnasfraat zelve en vraagt, of deiz© niet gelijk tijdig met de opbreinging van steenslag op den Tramsingel kan verbeterd worden. De voorzitter antwoordt hierop, dat burgemeester en wethouders hiernaar een onderzoek zullen instellen en met de wenschen van den vorigen spreker zullen rekening houden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 306