30 November 1901. 3U slechts keibestrating in bet midden, terwijl in overweging gegeven werd om aan beide zijden tot aan den trottoirkant klinkerbestrating aan te wenden, daar aan den zijkant toch geene zware vrachten passeeren. Men zou dan van het reeds met keien bestrate gedeelte de aan de zijkanten liggende keien willen opbreken en hiermede de nieuwe middenbestra ting voortzetten, waardoor aanmerkelijke besparing van kosf ten verkregen kan worden. Een lid achtte het wenschelijk de bestrating te voltooien ter breedte als thans heeft plaats gehad, doch dit te verdeelen over een tijdvak van twee jaren. Van eene af deeling meenden eenige leden, dat de kosten hiervan konden gevonden worden uit de bedragen, uitgetrok ken voor verbetering der bestrating van de Kraanstraat, Molenstraat en Karnemelkstraat, als zijnde deze uitgaaf niet noodzakelijk. Ook in eene andere afdeeling wenschte: men met de vernieuwing der Kraanstraat, Schooilsitraat en Kar nemelkstraat te wachten en zou men deze alleen wat bijge werkt willen zien, terwijl de bestrating der Molenstraat goed genoemd wordt. Eenigei leden meenden, dat met heit oog op het hooge be- lastingcijfer het niet gewenscht is de bestrating der Leuve naarstraat thans tei voltooien. Antivoord Volgnummer 108. Art. 6, a. Het nog onbeistraat gedeelte van de Leuvenaarsitraat heeft eene oppervlakte, na, aftrek van 36 boomcirkels, van 2780 M2., waarvan bij voortzetting der beutra,ting, zooals het reeds be strate gedeelte, dei kosten zijn begroot op f 10815, Bij heit verwisselen van een deel der keibestrating door klinkers langs de trottoirs, ter breedte van 3,5 M., is van de bestaande keibestrating eene oppervlakte te winnen van 1568 M2., terwijl het nog on bestraat gedeelte alleen in den rijweg, bij eene gemiddelde breedte van 7 M., eene opper vlakte heeft van 1518 M2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 311