314
30 November 1901.
den post, uitgetrokken voor verbetering' van de bestrating
in dei Karnemelkstraat, te doen vervallen, wordt hierop in
stemming gebracht en aangenomen met algemeene stemmen.
Thans wordt in stemming gebracht het nader voorstel van
burgemeester en wethouders, om eveneens te dolen vervallen
den post, uitgetrokken voor het verbeteren der bestrating
in de Molenstraat, welk voorstel met 15 tegen 5 stemmen
wordt aangenomen.
Vóór stemden de heeren IngenHousz, Van Dam, Smits,
Rombouts, Van Hal, Scheltus, Slechtriem, Staal, Rees,
Sassen, Van Mierlo, Van Dongen, Reigersman, Teychiné
en de voorzitfce r.
Tegen waren de heeren Verschraage, Heijlaerts, Jacoby,
Vissers en Lijdsman,
Volgivummer 108. Art. 6, b.
Een der leden maakt bezwaar tegen het aanscliaiïen van
een asphyxiatietoestel.
Antwoord
Art. 6, b.
Deze post is op de begrooting gebracht naar aanleiding
van het bekende adres van het bestuur der afdeeling Breda"
van de Nederlandsche vereeniging tot bescherming van die
ren. Bij nadere informatie is aan burgemeester en wethou
ders evenwel gebleken, dat deze post zou kunnen vervallen.
De afmaking van honden geschiedt thans door middel van
strychnine. Wordt dit vergif goed toegediend, dan treedt de
dood onmiddellijk in.
De heer Heijlaerts meent toch, dat met de aanschaffing
van een asphyxiatietoestel een goede daad zal worden ver
richt. Het gebruik van strychnine levert gevaar op voor hen,
die met de toediening ervan belast zijn. In onvoldoende hoe
veelheid toegediend, is dit vergif eene ware marteling voor