318 30 November 1901. Antwoord, Volgnummer 109. Art. 7. Do verhooging van dezen post is een gevolg va.n de meer dere onderhoudskosten aan branders, kousjes en glazen, daar thans alle straatlantaarns, met uitzondering van vier stuks, van gloeilicht zijn voorzien. Bij het opmaken der begrooting voor 1901 bestond het plan nog niet, de verlichting, door middel van gloeilicht, over de geheele stad uit te breiden. De post wordt goedgekeurd. Volgnummer 110. Art. 8. In eene afdeeling besprak men de wenschelijkheid om tijdens de kermis standpijpen der waterleiding op de G-roota Markt te plaatsen ten dienste der bewoners der tenten en kramen. Antwoord Volgnummer 110. Art. 8. De wenschelijkheid zal overwogen worden, om tijdens de kermis en najaarsuiarkt water uit dei waterleiding ten be hoeve van de bewoners der tenten en kramen op de Groote Markt en de Oude1 Vest beschikbaar te stellen. De' voorzitter, dit antwoord toelichtende, zegt, dat het plan bestaat tijdens de kermissen in dei Boterhal eene kraan op de waterleiding te brengen en de standpijp op de Oude' Vest, welkei geplaatst wordt als voorzorgsmaatregel bij brand, voor het beoogde doel aan te wenden. De post wordt hierop goedgekeurd. Volgnummer 111. Art. 9. In twee afdeelingen wordt dei aandacht gevestigd op de billijkheid om het loon der arbeiders van de gemeente-reini-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 318