322 30 November 1901. heid over de goede inrichting der brandweer en gaarne be vestigen zij de ijvervolle toewijding van het geheele1 personeel. De- post wordt goedgekeurd. Volgnummer 120. Art. 6. In eene afdeeling was het meerendeel der leden van ge voelen, dat het hoogst wenschelijk is, paal en perk te stellen aan de zeer hoog© uitgaven voor gewoon jaarlijksch onder houd der aan de gemeente toieibeholorende woningen. Antwoord Volgnummer 120. Art. 6. Burgemeester en wethouders geven de verzekering, dat bij het onderhoud der aan de gemeente toebeh oorendei wonin gen met gepaste zuinigheid zal werden te werk gegaan. De heer Slechtriem zegt, dat hij zich wel met het ant woord van burgemeester en wethouders kan vereenigen, doch meent te mogen doen opmerken, dat de zuinigheid niet de wijsheid bedriegen mag. De post wordt hierop goedgekeurd. Volgnummer 121. Art. 7. Een der leden acht het niet in liet financieel belang der gemeente het grasmaaiem van de glooiingen der singelgrach ten in eigen beheer te bestendigen. Meer in 't belang der gemeente werd geacht dat grasgewas te verpachten. Antwoord Volgnummer 121. Art. 7. Vroeger werd het grasgewas van de glooiingen der singel- grachten in het openbaar verpacht, doch door den min gunsti- ,gen toestand, waarin de glooiingen toen verkeerden, is, op de wenken uit den raad, besloten het grasmaaien in eigen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 322