23 Februari 1901.
33
lstóning en eindigende op 9,50 M., bij eene hoogte
van 1,40 M., aanvangende op 5,50 M. uit den bsga-
nen grond en reikendle tot den bovenkant van de
tweede balklaag van het gebouw der Israëlietische
gemeente, sectie B, n<>. 1210, een en ander voor eene
som van acht gulden vijf en zeventig cent, te voldoen
bij de onderteekening der overeenkomst, en verder
onder da volgende voorwaarden
dat aan het bestuur der Israëlietische gemeente
voortdurend wordt toegekend het recht van inbal-
ken in bovengenoemd gedeelte muur;
dat gemeld gedeelte muur voortaan zal zijn g>
meen en het onderhoud gemeenschappelijk, behou
dens ieders recht; en
dat de kosten van overdracht ten laste zijn der
Israëlietische gemeente voornoemd.
7. Schrijven van het burgerlijk azmbsetuur alhier, d.d. 15
Februari 1901, n°. 8, daarbij machtiging verzoekende om de
bagrooting dier instelling voor het loopende dienstjaar te
wijzigen door verhooging met f 3,van hoofdstuk" II. art.
2f,; der ontvangsten (Intrpsten van obligatiën gemeente-cre-
diet), en verhooging met gelijk bedrag van hoofdstuk III,
art. 4 der uitgaven (Uitkeenngen van intresten, voedings
middelen en brandstoffen, waarvan de kapitalen onder den
last daarvan zijn vermaakt).
Zonder bedenking wordt besloten de gevraagde
machtiging te verleenen.
8. Schrijven van het college van regenten van het oude
mannenhuis alhier, d.d. 18 Februari 1901, n°. 179, daarbij
machtiging verzoekende om in de begrooting van uitgaven van
gemeld gesticht over het dienstjaar 1900 af te schrijven van
hoofdstuk II .(onderhoud) een bedrag van f 101,66-J en van
dezo som over te schrijven