14 December 1901. 345 te gering is. Spreker meent echter te moeten opkomen tegen de wijze, waarop de controle thans geschiedt. Deze, heeft volstrekt niets te beteekenen. De controleur schrijft enkel na, wat de afslager opteekent. Meermalen gebeurt het, dat het publiek zelf niet eens weet, op welk bedrag een koop is afgemijnd. Liever zag spreker, dat de controleur belast werd met de ontvangst der gelden, om die. later af te dragen aan den afslager, nadat vooraf de boeken met elkander waren vergeleken. In dat geval zou spreker in overweging willen geven, de wedde' van den controleur met f 50,te ver- hoiogen, maar ook, om hem niet aan te stellen als eersten adjunct-keurmeester. Uit goede en betrouwbare bron heeft spreker vernomen, dat de man daartoe niet in staat is., omdat hij niet de minste kennis heeft van visch. Een keurmeester moet ver stand van de zaak hebben. Moet er een keurmeester1 benoemd worden, da.n dient het ook iemand te zijn, die met kennis over de zaak kan oordeelen. D© voorzitter wijst erop-, dat de benoeming van een keurmeester, volgens het reglement op de vischmarkt, ge* heel aan burgemeester cn wethouders is overgelaten. Do heer Staal zegt, dat de taak van den controleur geenc andere is, da.n te boeken voor welk bedrag de verschalende koopen gemijnd worden. Met clie. aanteekeningen ga,at hij naar den ontvanger en de afslager moet dienovereenkomstig de. ontvangen gelden af diagen. Wat nu den keurmeester aangaat, deze moet nog benoemd worden, zegt spreker. Dat is d© hoofdpersoon en het ligt enkel in d© bedoeling den controleur a,a.n te, stellen als, assis tent,, ten einde, den keurmeester bij ziekt,© of ander© buiten gewone, omstandigheden te kunnen vervangen. Wanneer deze assistent eenigen tijd onder toezicht is werkzaam ge* weest, za,l hij de noodige kennis, waartoe in hoofdzaak goede, oiogen en een goed reukorgaan vereischt worden, spoedig verkregen hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 345