346 14 December 1901. Do heer Jacoby antwoordt hierop, dat de wijze van con trole, zooails die thans bestaat, theoretisch juist moge zijn, doch dat zij in de praktijk niet opgaat. Dei controleur moet niet kunnen naschrijven, wat de afslager boekt. Deze amb tenaren behooren dus niet naast, maar tegenover elkander plaats te nemen. En wat nu de keuring betreft!, daartoe be hoord meer dan goede ooigen en een goed reukorgaan. In geen geval behoort iemand benoemd tie worden, die de capa citeiten nog moet aanleeren. De v O' O' r z i 11 e r wijst er nogmaals op, dat de benoeming van den keurmeester tot de taak van burgemeester en wet houders behoort ein dat de- raad zich daarin niet mag mengen. Do heer IngenHousz meent, dat het middel van con trole, hetwelk de« heer Jacoby aan de hand wil doen, de zaak nog meer in de war zal brengen. Als do koopers zolf somtijds niet weten, voor welk bedrag door hen is afgemijnd, ho© is bet dan mogelijk, vraagt spreker, dat de boeken van den controleur en den afslager met elkander zullen over eenstemmen, wanneer zij niet naast, maar tegenover elkan der geplaatst worden. Do heer Jacoby zegt, dat het zijne bedoeling is, dat do controleur d© gelden in ontvangst neemt, en dat vervolgens moet werden nagegaan, of de boeken va,n den afslager met het ontvangen bedrag overeenstemmen. Dei heer Staal wijst erop, dat de lieer Jacoby zich vergist in den werkkring van den controleur. Deze ambtenaar is aangesteld, om er voor to waken, dat het bedrag der koop sommen, na aftrek van dei verschuldigd© belasting, ook in handen komt va,n dei betrokken visichhandelaren. Do heer Jacoby betoogt nogmaals, dat de. voorschriften der controle: niet deugen. Spreker handhaaft zijn voorstel, om de wedde van den controleur met f 50,te verhoogen, mits dan ook zijnei instructie zoodanig gewijzigd worde, dat dei controle beter aan de praktijk beantwoordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 346