14 Decembeb 1901 353 De heer Jacoby wenschtei wel in overweging te geven, om het schaftuur wat ruimer te stellen en daardoor de menschen wat langer tijd te geven tot eten. De heer IngenHousz wijst erop, dat do opmerking van den vorigen spreker niet aan dei orde is en o-ok niet behoort tot de competentie van den raad. Het is eene zaak van huishou- delijken aard, waarover alleen de commissie heeft te oor- deelen. De voorzitter voegt er nog aan toei, dat aan dei be stedelingen maandelijks gelegenheid wordt gegeven tot het indienen van klachten. Spreker stelt alsnu voor de onder- werpelijke begroeting goied te keuren en de wenschen der commissie van onderzoek dier begrooting ter kennis t© bren gen van het college van regenten van het gesticht. Dienovereenkomstig wordt besloten. De voorzitter en dei hoeren Van Hal en Van Dongen, respectievelijk voorzitter en leden van het college van re genten van het oudei-mannenhuis, wenschen geacht te wor den niet tot dit besluit te hebben medegewerkt. De voorzitter sluit de openbare vergadering, welke overgaat in eene met gesloten deuren. Be secretaris, Be voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 353