370
28 December 1901.
wans af to leidon uit de omstandigheid, dat hij hier be
noemd is geworden.
Heffe voorstel van den heer Bloemarts wordt alsnu in
stemming gebracht, doch verworpen met 11 tegen 8 stem
men.
Tegen stemden dei hoeren Smits, Rombouts, Van Hal,
Scheltus, Staal, Sassen, Lijdsman, Van Mierlo, Van
Dongen, Teychiné en de voorzitter.
Vóór waren dei hoeren Verschbaage, Heijlaerti, Jacoby,
Bloemarts, Slechtriem, Rees, Reigersman en Vissers.
Artikel 2 wordt alsnu zonder verdere bedenking goedge
keurd.
Bij da behandeling van artikel 3 wijst de lie,er Jacoby
erop, dat in dit artikel geien sprake is van eene afzonder
lijke toelage voor den onderwijzer, die het hoofd der school
vervangt. Er wordt enkel gesproken van onderwijzers van
bijstand, doch niet van plaatsvervangende hoofden.
De voioirzitter antwoordt, hierop, dat dit artikel
wel degelijk in de bedoelde gevallen voorziet. De plaats
vervangende hoofden moeten worden aangewezen uit de
onderwijzers van bijstand.
Artikel 3 wordt hierop goedgekeurd.
De artikelen 4 tot en met 13 worden achtereenvolgens
zonder bedenking goedgekeurd.
Daarna, wordt de geheele verordening in stemming ge
bracht en aangenomen met algemeene stemmen.
12. Schriftelijk voorstel van de heeren J. Lijdsman en
W. J. Slechtriem, leden van den gemeenteraad, tot wij
ziging va,n art. 33 der verordening, regelende de bouwpot-
litiei in deze gemeentel, luidende dit voorstel als volgt: