28 December 1901.
371
„Dei ondergo teekenden J Lijdsman en W. J. Slechtriem,
„leden van den raad dezer gemeente en bouwkundigen, heb*
„ben dei eer het, navolgende! onder de aandacht van den ge>-
„meenteraad te brengen
„Art. 33 van de verordening, regelende da bouwpolitie
„in de ge,meent© Breda, bepaalt, sub b, dat beerputten of
„verzamelbakken van cement of ijzer moeten gemaakt wor-
„den voor het verzamelen van faecaliën.
„Deze bepaling nu komt volgens onze ondervinding
„moeilijk en niet altijd uitvoerbaar voor, aangezien bedoelde
„putten van cement of ijzer door hun groeten omvang in
..sommige gevallen niet kunnen worden gebracht op de-plaats
„hunner bestemming. Redenen, waarom oinderseteekenden
„U voorstellen bedoeld art. 33 uit te breiden door onder
„sub b daaraan toei te voegen:
„Ook kunnen worden gemaakt cementijzeren en gemet
selde beerputten. Van laatstgenoemde zullen dei wanden
„minstens zwaar moeiten zijn 22 c.M. (volgeiwerkt), van bin-
„neu voorzien van eene, klamplaag, zwaar 5 c.M.dei bo*
„dem moet bestaan uit eenei zandlaag, daarop eene gemet
selde platte laag', waarop eene rollaag gemetseld. Alles van
„harde gebakken steen in cementspeicie,,, bestaande uit één
„deel cement en twee deelen scherp zandbovendien den ge-
„heelen put, van binnen te bezetten met, eene laag dito spe-
„cie,, dik 1 c.M.
„Dit werk moet worden uitgevoerd volgens aanwijzing
„en oud,er goedkeuring van den gemeente-architect."
Breda, 21 December 1901.
,.J. LIJDSMAN.
„W. J. SLECHTRIEM."
Do v o oi r z i 11 e r geeft in overweging dit voorstel te
verzenden naar burgemeester en wethouders om prae-advies,
die daarop, zoo' noodig, nog cLe bouwcommissie kunnen
hooren.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
