28 December 1901.
273
„Na, deze aangelegenheid met nauwgezetheid besproken
„te hebben, komt het der commissie voor, dat eene loons-
„verhooging van 50 cent per week voor alle werklieden eene
„voldoende betaling is voor hun werk.
„Dit, zal dan voor dezen tak van dienst eene verhoogde
„uitgave van f 936,per jaar bedragen.
Breda, 24 December 1901.
„Namens de commissie van beheer der gemeente-
reiniging
Ed. Guljé, voorzitter.
j,H. Berndes, secretaris.
De voorzitter stelt deze zaak aan de orde.
De heer Jacoby vraagt voorlezing van het ingekomen
adreis van de onderafdeeling van den R. K. Volksbond „Kar
dinaal Manning", waaraan gevolg gegeven wordt.
De heer Vissers beschouwt de mededeeling in het rap
port, dat er nog nooit klachten van de werklieden zijn in
gekomen, als een phrase. Die menschen durven niet en kun
nen niet klagen. Zij durven niet uit vrees, dat de klager
daarvan de dupe zal worden. Dit weerhoudt hen, want te
gen. hunne superieuren zien zij op als tegen een berg.
Doch een feit is het, zegt spreker, dat er klachten zijn,
want anders zou er hier niet over gesproken .worden. Wat
nu aangaat de door de1 commissie voorgestelde verhooging
van 50 cent, deze is, naar sprekers meening, geene verhoo
ging in verhouding tot de bezoldigingen van de hoogere
ambtenaren der gemeente.
De heer Smits meent wel van ondervinding te kunnen
spreken, wanneer het betreft de tevredenheid onder de
werklieden. Zoowel als werkgever, als in zijne hoedanigheid
van lid van liefdadigheidsinstellingen acht, spreker zich ge
rechtigd, daarover een oordeel te' kunnen vellen, doch, ter
vermijding van discussiën, wenscht hij dit onderwerp niet